De maximale hoogte van de transitievergoeding wordt jaarlijks bij ministeriële regeling gewijzigd. De aanpassing van het bedrag volgt de ontwikkeling van de contractlonen in het voorafgaande jaar. Het aangepaste bedrag wordt afgerond op het naaste veelvoud van € 1.000. Uitgaande van de geraamde stijging van de contractlonen met 2,9% komt het maximum van de transitievergoeding uit op € 81.291. Na afronding bedraagt de maximale transitievergoeding voor 2019 € 81.000.
Wijziging verdeling vermogen in box 3
Fiscale partners kunnen voor de belastingheffing hun vermogen in box 3 onderling verdelen in iedere gewenste verhouding, zolang zij gezamenlijk maar het gehele vermogen aangeven. De keuze van de partners voor een vermogensverdeling wordt gemaakt bij de aangifte, maar kan gewijzigd worden zolang de aanslagen niet onherroepelijk vaststaan. Een belastingplichtige is alleen gebonden aan een akkoordverklaring met een verdeling van het vermogen in box 3 als die verklaring onderdeel is van een compromis waarin uitdrukkelijk afstand is gedaan van het recht om deze verdeling te wijzigen.
De Hoge Raad heeft een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigd waarin het hof meende dat het in strijd is met een goede procesorde om in de loop van een procedure een andere verdeling te maken. De procedure had betrekking op verzwegen tegoeden in het buitenland van de inmiddels ex-partner. De Belastingdienst had de correcties van de aangifte toegerekend aan ieder van de toenmalige partners bij helfte. In de procedure over de aanslagen was namens de belanghebbende ter zitting verklaard dat de rendementsgrondslag geheel bij de ex‑partner in aanmerking kon worden genomen. Op advies van het hof trok de gemachtigde van de belanghebbende dat standpunt in en verklaarde hij dat het hof verdeling bij helfte als uitgangspunt kon nemen. Volgens het hof zou het in strijd zijn met de goede procesorde als de belanghebbende daarna op die verklaring zou terugkomen. Die opvatting van het hof is niet juist.
Afschaffing dividendbelasting gaat niet door: vervangende voorstellen
Nadat Unilever liet weten het hoofdkantoor niet naar Nederland te verplaatsen heeft het kabinet aangekondigd de voorgestelde afschaffing van de dividendbelasting te heroverwegen. Zoals verwacht mocht worden is dat plan ingetrokken. De vrijgekomen middelen worden besteed aan het bedrijfsleven. In het streven naar een goed vestigingsklimaat voor ondernemers stelt het kabinet nu de volgende maatregelen voor.
- Het hoge tarief in de vennootschapsbelasting daalt van 22,25 naar 20,5% per 2021. Dat is lager dan het in het Regeerakkoord genoemde tarief van 21%. Het hoge tarief in 2019 blijft 25%.
- Ook het lage tarief in de vennootschapsbelasting gaat verder omlaag en wel naar 15% in 2021. In het Regeerakkoord was een laag tarief van 16% aangekondigd.
- Het kabinet wil de werkgeverslasten op arbeid verlagen en reserveert daarvoor vanaf 2021 structureel € 200 miljoen. Nog niet duidelijk is op welke wijze invulling aan de verlaging van de werkgeverslasten zal worden gegeven.
- De beperking van de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting wordt verzacht door een overgangsmaatregel in te voeren. Voor gebouwen die voor 1 januari 2019 in gebruik zijn genomen en waarop minder dan drie jaar is afgeschreven, geldt tot de drie jaar zijn volgemaakt het oude regime van afschrijving. Dat betekent dat de boekwaarde mag dalen tot onder 100% van de WOZ-waarde.
- De terugwerkende kracht van de spoedreparaties in de fiscale eenheid was voorzien tot en met 25 oktober 2017 om 11.00 uur. Dat wordt 1 januari 2018. Daarmee wordt voorkomen dat in de aangifte vennootschapsbelasting 2017 rekening moet worden gehouden met de op dit moment nog niet in de wet opgenomen spoedreparatiemaatregelen.
- De voorgestelde verkorting van de looptijd van de 30%-regeling van acht naar vijf jaar geldt op grond van overgangsrecht niet wanneer de regeling door de verkorting van de looptijd in 2019 of 2020 zou eindigen.
- Het tarief in de tweede schijf van de afdrachtvermindering voor speur- en ontwikkelingswerk gaat in 2020 omhoog van 14 naar 16%.
- De in de aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2019 aangekondigde rekening-courantmaatregel voor de dga wordt verzacht. Niet alleen bestaande maar ook nieuwe eigenwoningschulden van de dga worden uitgezonderd. Daarnaast geldt een drempel van € 500.000 voor de dga en zijn partner gezamenlijk.
- In verband met de afschaffing van de dividendbelasting zouden fiscale beleggingsinstellingen niet meer direct mogen beleggen in Nederlands vastgoed. Deze maatregel vervalt omdat de aanleiding daarvoor is weggenomen.
De voorgestelde invoering van een bronbelasting op dividend naar laag belastende jurisdicties wordt uitgesteld vanwege de intrekking van het voorstel tot afschaffing van de dividendbelasting. De vormgeving van de bronbelasting binnen de dividendbelasting vereist nadere studie. De voorgestelde bronbelastingen op rente en royalty’s naar laag belastende jurisdicties worden gehandhaafd. Het geplande tijdstip van inwerkingtreding van deze bronbelastingen blijft 1 januari 2021.
Verbod opzegging bij ziekte niet absoluut
Het arbeidsrecht kent een verbod tot opzegging van de arbeidsovereenkomst bij ziekte van de werknemer. Dat verbod is niet absoluut. Het opzegverbod geldt niet bij beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming. Niet vereist is dat de werkgever zijn gehele onderneming beëindigt. Het volstaat wanneer de activiteiten van een zelfstandig onderdeel van de onderneming worden beëindigd.
De kantonrechter wees een verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe in het geval van een werkgever, die stopte met bepaalde werkzaamheden omdat hij voor deze activiteiten geen subsidie meer ontving. De kantonrechter was van oordeel dat de activiteiten een zelfstandig onderdeel vormden van de onderneming. Gelet op de slechte financiële situatie van de werkgever was herplaatsing van de werkneemster bij de werkgever niet mogelijk.
Verkoop certificaten tegen lage prijs geen schenking
Schenkbelasting wordt geheven over de waarde van alles wat door een schenking wordt verkregen van iemand die in Nederland woont. Een schenking is een handeling waardoor een ander ten koste van het vermogen van de schenker wordt verrijkt vanuit een oogpunt van vrijgevigheid. Vrijgevigheid houdt niet alleen de bewustheid van de bevoordeling in, maar ook de wil tot verrijking van de andere partij.
De Belastingdienst was van mening dat zich bij de verkoop van certificaten van aandelen tussen voormalige echtgenoten een schenking had voorgedaan. De certificaten hadden volgens het echtscheidingsconvenant een intrinsieke waarde die veel hoger was dan de koopsom van € 1 miljoen. Om die reden had de advocaat van de ex-echtgenote haar afgeraden de certificaten te verkopen. De ex-echtgenote had echter financiële problemen en had daarom ingestemd met het bod van haar ex-echtgenoot. Volgens de rechtbank heeft de Belastingdienst niet aannemelijk gemaakt dat de ex-echtgenote de wil had om haar ex-man te bevoordelen. Voor het bestaan van de wil tot bevoordeling is meer nodig dan dat de ex-echtgenote de bevoordeling van haar ex-man voor lief heeft genomen. Omdat niet aan het wilsvereiste is voldaan, was van een schenking geen sprake. De aaanslag schenkbelasting was ten onrechte aan de ex-man opgelegd. De rechtbank heeft de aanslag vernietigd.
Behandelschema Belastingplan 2019
Naar aanleiding van het bericht dat Unilever het hoofdkantoor niet naar Nederland verplaatst, heeft het kabinet besloten de afschaffing van de dividendbelasting te heroverwegen. Naar verwachting zal het wetsvoorstel worden ingetrokken. Aan de Tweede Kamer is het verzoek gedaan om de behandeling van het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 aan te houden. De staatssecretaris van Financiën schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat de andere wetsvoorstellen die samen het Belastingplan 2019 vormen volgens het eerder besproken schema in behandeling kunnen worden genomen.
De uitkomst van de heroverweging van de afschaffing van de dividendbelasting wordt op korte termijn doorgegeven aan de Kamer. De staatssecretaris vindt het wenselijk dat de Kamer over het hele pakket aan voorgestelde maatregelen in hun onderlinge samenhang een besluit neemt. Wanneer de afschaffing van de dividendbelasting niet doorgaat, zullen andere wetsvoorstellen van het Belastingplan waarschijnlijk worden aangepast.